Pedagogisch en agogisch concept

1. Onze visie

 

1.1 Visie van Don Bosco als uitgangspunt

 

Het CKG behoort tot een groter geheel, een Don Bosco-familie die zijn inspiratie vindt bij Don Bosco zelf. Voor ons is Don Bosco een wegwijzer, een kapstok, een inspiratiebron, een referentiepunt, … van waaruit we ons engageren voor kinderen

en hun ouders.

Wij bouwen onze pedagogische en agogische hulpverlening dan ook uit op de

visie van Don Bosco. Hiermee willen we ons toeleggen op het bevorderen van de ontwikkelingskansen van de kinderen en het ondersteunen van het opvoedend handelen van de ouders. Het op elkaar afstemmen van het pedagogisch aanbod en de pedagogische vraag is ons uiteindelijke doel.

 

De visie van Don Bosco krijgt gestalte in de opvoedingsstijlen, nl. de communicatieve stijl, de assisterende stijl en onze christelijk geïnspireerde waarden.

 

Communicatieve stijl:

De communicatieve stijl van Don Bosco omvat het in dialoog gaan met ouders en kinderen. Er is een voortdurende wisselwerking tussen begeleider en kind/ouder. Begeleiders en kinderen proberen elkaar zoveel mogelijk aan te voelen en aan te vullen. We vermijden discussies maar kiezen voor beredeneerde dialoog. Hierbij worden normen, waarden en grenzen van de verschillende personen in rekening gebracht. Door interesse te tonen voor de gezinnen kan wederzijds vertrouwen groeien.

 

Als begeleider proberen we zoveel mogelijk te bevragen en aan te voelen wat de hulpvragen, de talenten en zorgpunten van ouders en van kinderen zijn.

 

Assisterende stijl:

De kwaliteitsvolle aanwezigheid is hierbij een kernbegrip. Dit betekent dat de begeleider beschikbaar en aanspreekbaar is voor ouders en kinderen.

Dit houdt niet alleen lichamelijke, maar evenzeer mentale beschikbaarheid in.

 

Betrokkenheid op de leefwereld van de gezinnen waarmee we werken, is noodzakelijk hiervoor. Authenticiteit en hartelijkheid van de begeleider zullen hierbij nodig zijn. Hierdoor voelen ouders en kinderen aan dat ze welkom zijn.

 

Op deze manier proberen we een warm en hartelijk klimaat voor kinderen en ouders te creëren. Naast dit affectief gevoel blijft het ook belangrijk om regels en structuur aan te bieden. In de visie van Don Bosco wordt dit redelijkheid genoemd.

 

Christelijke waarden (evangelisch bewogen stijl):

De christelijke waarden vormen een extra dimensie bij de vorige opvoedingsstijlen. Ze zijn als het ware een “deken boven op de werking”.

Het evangelische is een versterkende, aanvullende waarde voor onze pedagogische werking. We kiezen ervoor op te komen voor gezinnen die het moeilijk hebben in de maatschappij. Mensen nieuwe kansen geven staat centraal.

 

 

1.2 Het gezin als systeem

 

We bekijken het gezin als een geheel. Het gezin is een systeem waarbij de gezinsleden niet los van elkaar staan maar elkaar wederzijds beïnvloeden.

Er is een voortdurende wisselwerking tussen gezinsleden onderling.

De relatie tussen gezinsleden is dus niet lineair (oorzaak-gevolg) maar circulair.

 

 

2. Onze werking

 

De visie van Don Bosco en het systeemdenken proberen we zoveel mogelijk te concretiseren in het werken met ouders en kinderen. Hieronder worden de belangrijkste accenten binnen onze werking omschreven.

 

 

2.1 Multidisciplinair werken

 

In CKG Don Bosco zien we, zoals gezegd, het gezin als systeem. De leden van een gezinssysteem kunnen niet los van elkaar gezien worden.

Vanuit die idee hebben we aandacht voor zowel de ouders als de kinderen.

We werken als multidisciplinair team, waarbij verschillende begeleiders rond het gezin zoveel mogelijk domeinen van het gezinsfunctioneren in kaart proberen te brengen.

 

Op gezinsbesprekingen wordt het gezin vanuit verschillende hoeken belicht.

  • Hoe functioneren de ouders als opvoeder? Wat zijn hun financiële, mentale of psychische mogelijkheden ? Hoe verliep hun eigen opvoeding?
  • Hoe ontwikkelt het kind zich? Welke persoonlijkheid heeft het kind? Hoe legt het kind contacten met andere kinderen?
  • Hoe loopt de interactie tussen de ouders en het kind?

 

Van daaruit willen we zoveel mogelijk als team samenwerken rond en met het gezin. Iedere medewerker handelt hierbij vanuit zijn of haar deskundigheid. Deze deskundigheid wordt gevormd door de opleiding, vormingen en ervaring.

 

 

2.2 Op maat werken

 

Zoals in punt 1.1 werd aangegeven, is het uiteindelijke doel van onze werking het op elkaar afstemmen van het pedagogisch aanbod en de pedagogische vraag. Om dit te bereiken, proberen we onze hulpverlening zoveel mogelijk af te stemmen op de hulpvraag van ouders en kinderen.

Hoe krijgen we zicht op hulpvraag ouders/ kinderen?

  • bevragen van ouders
  • observeren ouder-kind interactie
  • observeren en/of bevragen van kinderen
  • overleg met andere diensten, school

 

Dankzij ons gevarieerd aanbod met verschillende modules kunnen we inspelen op de pedagogische vragen van gezinnen.

Hierbij hanteren we het subsidiariteitprincipe.

 

We kiezen er zoveel mogelijk voor de minst ingrijpende werkvorm aan te bieden.

In het ondersteuningsplan wordt omschreven rond welke doelstellingen gewerkt wordt. Dit kan gaan om doelstellingen rond ontwikkeling van de kinderen, maar ook over het stimuleren van een concrete pedagogische vaardigheid van de ouders.

 

Aan de hand van specifieke methodieken proberen we aan de slag te gaan met de ouders en kinderen, zowel in de leefgroep als thuis. Afhankelijk van de doelstelling wordt gekeken wie hierrond werkt met het kind en/of de ouder. We streven naar zoveel mogelijk samenwerking tussen leefgroepbegeleiders, gezinsbegeleiders en pedagoge/psychologe.

Bv. werken rond zindelijkheidstraining: in de leefgroep wordt een intensieve zindelijkheidstraining opgestart, de gezinsbegeleidster overloopt met ouders hoe het loopt in de leefgroep en bekijkt hoe men dit thuis kan opnemen.

 

Wanneer meer gespecialiseerde hulpverlening aangewezen is, verwijzen we door. Ouders worden hierbij ondersteund (zie 2.4.).

 

 

2.3 Vertrekkend vanuit de positieve krachten van het gezin

 

Er wordt niet zozeer gefocust op wat fout loopt, dan wel op de krachten binnen het gezin. We gaan zoveel mogelijk uit van wat goed loopt en proberen deze competenties te versterken (empowerment).

 

Wanneer het slecht loopt thuis ziet men vaak enkel nog het negatieve. De eerste stap is dan ook de ouders bewust maken van hun sterktes. Dit doen we onder andere door:

  • positieve momenten te creëren met het kind via begeleid bezoek of via ouderactiviteiten
  • aantonen met videofragmenten of bevindingen uit observaties
  • focussen op wat wel goed loopt in gesprekken met ouders

 

We trachten ouders te mobiliseren om deze krachten aan te wenden om het gezinsfunctioneren te verbeteren.

 

Niet enkel bij ouders maar ook bij kinderen wordt gefocust op het positieve. We bouwen verder op talenten en positief gedrag van kinderen. Het accent ligt op positieve bekrachtiging, veeleer dan op het bestraffen of berispen van negatief gedrag.

 

Soms verloopt het zoeken naar positieve krachten en de bewustmaking ervan bij ouders en kinderen met vallen en opstaan. Nieuwe kansen geven is dan ook inherent aan deze zoektocht.

De focus op het positieve werkt ons inziens draagkrachtverhogend. Ouders en kinderen mogen zichzelf zijn en leren hierin hun sterktes kennen. Dit geeft een stevige basis om te bouwen aan de identiteit.

 

 

 

2.4 Ondersteunen door samen doen

 

We willen samen op weg gaan met het gezin. We proberen de gezinsleden te ondersteunen bij het leren van vaardigheden of het verhogen van inzicht. Dit doen we niet enkel via gesprek, maar vooral door het samen te doen. Ouderparticipatie is een belangrijke methodiek hiervoor.

 

Bv. mobiele begeleiding: eetmoment ondersteunen door op dit moment aanwezig te zijn.

Bv. ambulant/residentieel: ouder laten aansluiten bij het middagmaal in de leefgroep (modeling).

Bv. ambulant/residentieel: aanleren van het maken van fruitpap door dit samen te doen en zo transfer te maken naar thuis toe.

Bv. kind leren zich veilig in het verkeer te begeven door samen op stap te gaan en te oefenen.

Bv. helpen toeleiden van ouders naar een andere dienst door samen op intakegesprek te gaan.

Bv. samen met kind naar een nieuwe vrijetijdsclub gaan om zo de drempel te verlagen.

 

Door de nadruk te leggen op samen doen ipv overnemen proberen we de zelfstandigheid van ouders te verhogen. Bovendien verhogen we zo vaak de betrokkenheid op onze gezinnen. Ouders en kinderen hebben het gevoel dat je er bent voor hen. Dit helpt ons bij het opbouwen van vertrouwen.

 

 

2.5 Open communicatie

 

We pleiten voor een open communicatie met onze ouders en kinderen. Geen begeleiding van bovenaf of van op afstand maar in dialoog met de gezinnen.

 

Dankzij het Decreet Rechtspositie van de Minderjarigen in de Jeugdhulp is open communicatie met kinderen meer op de voorgrond komen te staan. Ook kinderen hebben recht op informatie, inspraak, inzage in het dossier, enz. We gebruiken hiervoor instrumenten zoals de intakekoffer, kindboekje, intakeboek en de kindvergadering.

 

 

2.6 Veilig leefklimaat bieden

 

Uit de vorige pijlers binnen onze werking blijkt dat we inspelen op de mogelijkheden en de noden van kinderen en ouders. Onder deze noden zien we vaak de behoefte aan structuur en duidelijkheid.

Structuur biedt veiligheid en rust. We willen de kinderen een veilige omgeving bieden om zich in te ontwikkelen, om te oefenen met – soms letterlijk – vallen en opstaan.

 

Ook ouders bieden we voorspelbaarheid en structuur. Dit door een vaste gezinsbegeleider, duidelijke afspraken rond bezoek, duidelijke boodschappen over verloop begeleiding, enz.

 

 

 

2.7 Spiegel van de maatschappij voorhouden

 

Onze focus ligt heel duidelijk in het samen opnemen van het begeleidingsproces met de ouders.

We gaan met hen in dialoog en proberen dat steeds te doen vanuit een houding van respect ten opzichte van hun leefwereld, waarden en normen.

We kunnen echter ook niet voorbij aan onze verantwoordelijkheid om de waarden en normen, regels en structuur van de maatschappij in een gezin binnen te brengen. We willen ouders ook wijzen op de verantwoordelijkheid die vanuit de maatschappij aan elk van hen gesteld wordt.

We proberen deze verwachtingen een plaats te geven binnen de begeleiding.

 

Wij moeten daarnaast ook voldoen aan een aantal maatschappelijke verwachtingen. Het is belangrijk dat wij oog blijven hebben voor de veiligheid en integriteit van elk kind binnen de begeleiding.

We hebben de taak onveilige situaties te gaan inschatten en die veiligheid te laten primeren op de goede samenwerking met de ouders.

We proberen deze weg natuurlijk zoveel mogelijk mét de ouders af te leggen maar moeten in situaties van onveiligheid ingrijpen, ook als het niet binnen een vrijwillige samenwerking kan.

 

 

3. Onze intentie

 

Don Bosco is voor ons op vele vlakken een voorbeeld. We willen, net als hem, blijven kansen geven, vertrekken vanuit het positieve en begeleiden met een hart.

Daarnaast was Don Bosco ook een ervaren koorddanser. Hij probeerde, letterlijk en figuurlijk, telkens opnieuw evenwicht te vinden op zijn weg.

 

Ondersteuning van gezinnen is vaak te vergelijken met balanceren op een koord. We zien waar we naartoe willen, maar de weg is wel eens wankel, vol obstakels en onzekerheden. Het eindpunt bereiken ligt niet voor de hand. Het is een blijven zoeken naar evenwicht, voor hen én voor ons.

 

Wij willen de rol opnemen van de evenwichtsstok, een hulpmiddel om evenwicht te herstellen als men dit dreigt te verliezen, om te helpen corrigeren en begeleiden om hun doelen te bereiken. Dit met als uitgangspunt dat we na verloop van tijd overbodig worden, het gezin dus zonder ons verder kan.


Daarnaast fungeren wij ook als vangnet. Het ligt voor de hand dat er wel eens iemand, ondanks de steun, het evenwicht compleet verliest. Voor hen willen we er ook zijn, om hen opnieuw de moed te geven de slappe koord te betreden.

 

Deze intentie is dagelijks ons uitgangspunt, onze drive om opvoedingshulp te bieden in gezinnen die daar om verschillende redenen nood aan hebben.

 

 

 

CKG Don Bosco

Sint-Anna 41
8500 Kortrijk

Tel.: +32(0)56 204 801
Fax:

Afdeling De Fonkel

Graaf Boudewijn IX-laan 4
8500 Kortrijk

Tel.: +32(0)56 258 874
Fax:

Afdeling De Fakkel

Mandellaan 204
8800 Roeselare

Tel.: 0492 97 64 79 (Charlot) en 0492 97 64 77 (Flore)
Fax: